Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ziet, Ik heb dat land gegeven [24]voor uw aangezicht; gaat daarin, en bezit erfelijk het land, dat de HEERE aan uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob gegeven heeft, dat Hij het hun en hun zaad na hen geven zou. 24. Dat is, Ik heb het voor u opengesteld, dat gij het inneemt, enz. Alzo wordt van de inwoners van dit land gezegd, dat God hen voor Israels aangezicht gegeven heeft; dat is [gelijk de Schrift ook spreekt] in hun hand, om die te slaan. Zie onder, hfdst.2 vs.31,33, en elders dikwijls.